blog

Het samenwerken in verbondenheid en gelijkwaardigheid (een belangrijke dimensie bij netwerkleren) wordt mooi zichtbaar in onderstaand fragment. De rol die de student hierbij kan spelen als broker tussen praktijk en theorie is hierbij een goed uitgangspunt.

“Mijn naam is Bram, ik ben vierdejaarsstudent. Ik heb deelgenomen aan de werkplaats computational thinking. Ik kwam in deze werkplaats omdat mijn minor over hetzelfde onderwerp ging. Samen met een aantal andere studenten die dezelfde minor deden, twee lerarenopleiders-onderzoekers, vier leraren en een directeur gingen we van start. Het doel van onze werkplaats: een leerlijn met bijpassende computational thinking-activiteiten ontwikkelen. Toen dit doel helder was kwamen de ideeën al gauw op tafel. De leraren brachten hierbij de praktische blik en de lerarenopleiders-onderzoekers juist meer de theoretische ideeën. Ik als student nam mijn eigen voorbeelden van verschillende stagescholen en mijn spannende ideeën over de inzet van technologie mee. Ik zelf had als plan om voor mijn eigen minor een leerlijn digitale geletterdheid te ontwikkelen, wat mooi aansloot bij het onderwerp van de werkplaats. Omdat ik zelf allerlei innovatieve ideeën had vanuit mijn eigen minoronderzoek trok ik op met de leraren die een meer praktische blik meebrachten. Al gauw kwam ik erachter dat ik het praktijkgerichte onderzoek mij hielp bij het ontwerpen van de leerlijn. Wat ik fijn vond was dat ik kon wisselen van rol: in eerste instantie vond ik het praktisch werken in de werkplaats erg leuk, concrete dingen maken en bedenken. Maar ik werd ook getriggerd door het stukje innovatie. Tijdens het samenwerken met de andere werkplaatsdeelnemers verwonderde het mij hoeveel ik als student al kon en mocht. Ik heb ervaren dat mijn eigen opvattingen over wat goed computational thinking-onderwijs is, belangrijk gevonden wordt en steeds meer handen en voeten krijgt in de praktijk.”