blog

Als in een duistere november- of februarinacht de wind rond het huis beukte, wilden wij studenten nog wel eens in een gepaste beschonken toestand de ‘Zuiderzeeballade‘ aanheffen. Luidkeels uiteraard, niet alleen omdat studenten altijd luidkeels zingen, maar omdat we wel boven de storm uit moesten komen. Na de versregel “die jongen…is je ome, die is dood” lasten we altijd na een langgerekt ‘dóóód’ een ‘Generalpause’ in, niet uit respect voor de ome van het jochie die in het harnas gestorven was, maar om de dramatiek op te voeren. Na een paar seconden ijzingwekkende stilte viel het hele corps als geleid door een onzichtbare dirigentenhand als één man in waarna het lied tot een einde werd gebracht met de slotregel “En aan de horizon ligt Emmeloord”. Maar wat ons ontging was dat er met deze regel iets opmerkelijks aan de hand is. De regel is namelijk ambigu.

Emmeloord

Tekstdichter Willy van Hemert zal hiermee ongetwijfeld de hoofdstad van de Noordoostpolder op het oog hebben gehad, gebouwd vanaf 1943. Er is echter een authentieker Emmeloord dat nog steeds bestaat. Al is er nog maar heel weinig van over, het staat als onderdeel van het voormalige eiland Schokland nota bene sinds 1995 op de werelderfgoedlijst van de UNESCO. “Emmeloord” is één van de vele topografische namen die teruggaat op een oude naam van een vergeten plaats of waterloop van vóór of na de inpoldering van het zeegebied dat nu de Noordoostpolder heet.

Emmeloord (op de plaats van zijn voorganger Emelwarde) was een terpdorp op het noordelijke puntje van Schokland (met de aardige sage van de ‘motketel‘, maar dit terzijde), terwijl het zuidelijke puntje ingenomen werd door het dorp Ens (op de plaats van zijn voorganger Enesce) dat uiteenviel in de buurtschappen Middelbuurt (of Molenbuurt) en Zuiderbuurt.